Een oud verhaal uit 1988...

8 mei 2022 - Leiden, Nederland

Jausiers, 15 augustus 1988

Ik heb geld nodig. Om mijn verblijf van 2 dagen in de jeugdherberg te betalen en ook gewoon om verder te kunnen. Omdat ik van de Fransen begrepen had dat het die maandag een feestdag zou zijn, en dus dat alle postkantoren gesloten zouden zijn, had ik een plan bedacht wat mijn financiële nood zou kunnen ledigen. Het zou meteen een aardige rondrit zijn. Eén waarin drie niet misselijke cols opgenomen konden worden. De eenvoudige klim naar de Col de Larche zou me over de grens naar Italië voeren, waar ze de vrome naam Colle della Maddalena draagt. In Italië zou ik dan bij een postkantoor geld halen, middels het inwisselen van de toenmalige internationaal geldende ‘Postcheque’. Een bedrag met de tegenwaarde van zo’n 250 gulden was het maximaal opneembare. Iets waarmee ik weer dagen, zo niet een week, vooruit kon. De terugweg; in Vinadio rechtsaf de Col de la Lombarde opdraaien, de grens weer over en Isola 2000 afdalen. Afsluitende klim; Col de la Bonette vanuit Isola. Daarna rest alleen nog de afdaling naar Jausiers. Een eenvoudig, helder en makkelijk uit te voeren plan.

De Col de Larche was goed te doen, mede door een vroeg vertrek was het nog niet te warm en ik had er gewoon zin in. Dus dat bergje was geen hindernis, maar meer een ‘warmdraaiertje’. Ik had mijn paspoort bij me, maar hoefde het aan de grens niet te tonen. Afdalen, meteen door naar het eerstvolgende plaatsje, en naar een postkantoor. Het postkantoor bleek gesloten te zijn, en wel om dezelfde reden als in Frankrijk. De rooms katholieke feestdag, Maria Tenhemelopneming. Godsamme! Wat nu? Mijn ontsteltenis was groot. Ik had er helemaal op gerekend hier poen te kunnen halen. Ook om daarmee de broodnodige mondvoorraad voor de rest van de rit te kunnen kopen. Wat ik van het ontbijt had meegenomen was op, en de aanblik in mijn portemonnee was ronduit troosteloos. Enkele francs en wat klein geld. Ik vulde mijn bidon bij een pomp. Met de moed in de schoenen, en het vooruitzicht van nog twee meer dan pittige beklimmingen in een smorende hitte, begon ik aan de terugtocht van een mislukte campagne. Het kwam geeneens bij me op om terug te gaan zoals ik gekomen was…

Loodzwaar was de Col de la Lombarde. Ik vloekte het uit. Mijn derde doopnaam mag dan wel Maria zijn, maar vandaag was ik niet zo dol op haar. Ik moest ook niet te gulzig drinken, schipperen met het ene bidonnetje. De tank raakte leeg. Harkend kwam ik boven. Zonder tijd te verliezen de afdaling in, zo snel mogelijk weer naar Frankrijk. In St. Étienne-de-Tinée gaf ik mijn laatste geld uit aan een blikje cola en een mars. Hoe ik de jeugdherberg zou betalen was van later zorg. Eerst maar zorgen dat ik überhaupt terugkwam. De klamme drukkende hitte was verlammend. Ik zwalpte zowat. Een klim godverdomme naar het dak van de kokende hel, zo leek het. Totdat, God zij dank, uit de hemel de verkoelende regen stortte waar mijn lichaam zo naar snakte. Het ging gelijk stukken beter. Het bleef een lang stuk naar boven, maar het was nu mede door de draaglijke temperatuur, goed te doen. Ook hier, op de top, verbeuzelde ik geen tijd en ging ik gelijk afdalen. Dat was op een lege maag en de uitputting nabij, nog een hele uitdaging. Bochten waren gladder en scherper dan ik ze inschatte, maar ik wist overeind te blijven. Eenmaal terug in de jeugdherberg moest mijn honger nog tot half negen ’s avonds wachten eer het de vurig verlangde aandacht kreeg. Franse eetgewoonten, wie er niet aan kan wennen, kan beter thuis blijven. Als een hongerige wolf schrokte ik alles wat ik op mijn bord kreeg naar binnen. De volgende morgen moest ik uitleggen dat ik mijn rekening niet kon voldoen, tenzij ik eerst even naar het postkantoor kon gaan om geld te halen. “Mais, bien sûre. Pas de problème!”…

Foto’s

1 Reactie

  1. Jakob Cijsouw:
    18 mei 2022
    Schitterend verhaal😂👍