De Tour de France van de Leidsche Fietskoerier, deel 2

28 september 2021 - Leiden, Nederland

De Tour de France van de Leidsche Fietskoerier, deel 2

Verlost van de druk die de ‘Puy-missie’ met zich meebracht was het rustig afzakken naar de Cevennen. Er bleef zelfs een ‘rustdag’ over om tegelijk met de (nog onbekende) anderen en broer Huub aan de standplaatsvakantie met HiRoads te beginnen. Die rustdag werd ingevuld met twee korte rondjes die al wel een goede indruk gaven aan wat de Cevennen te bieden heeft; relatief korte maar steile klimmetjes die eindigen op hooggelegen kale, verlaten vlaktes.

P8250212P8250203Een weekje Cevennen die zou beginnen op 25 augustus. Er werd verbleven in een Gîte, op een camping, een kilometer of 15 van de plaats Meyrueis verwijderd. Wielerliteratuurkenners weten waar deze plaats voor staat; de startplaats van de wedstrijd van hèt wielerboek bij uitstek; De Renner van auteur Tim Krabbé.

Tijdens zijn tocht naar de Cevennen werd de Snokmaster al regelmatig gevolgd door meevliegende roofvogels; kiekendieven, buizerds en sperwers. Was dit omdat de traag voortploeterende fietser er voor de vogels uitzag als een potentiele prooi? Of vergezelde ze ‘de Renner’ op weg naar zijn volgende hoofddoel; het rijden van de ronde van ‘De Renner’? Het boek ‘De Renner’ is een adaptatie van de streekroman van Jean Carrière; ‘De sperwer van Mayeux’, iets wat door de schrijver ontkend noch bevestigd wordt.

Het is natuurlijk naïef om te veronderstellen dat roofvogels over hogere intellectuele eigenschappen beschikken. Maar ‘de Renner’, de Snokmaster legde dit begeleidende vliegen uit als morele luchtsteun, geïnitieerd door hogere (wieler)machten. Toeval is eigenlijk ook maar datgene wat je er zelf aan waarde toe wilt kennen; je kunt een vriend of kennis tijdens het boodschappen doen tegenkomen wanneer je allebei in dezelfde stad woont; een aannemelijke toevalligheid. Wanneer je elkaar tegenkomt aan de andere kant van de wereld zonder vooraf gemaakte afspraak, dan is de grote van de aannemelijke toevalligheid erg klein.

De Snokmaster arriveerde als eerste gast bij de Gîte, waar hij al snel de hand drukte van reisleider Marcel de Waard. Nadat alle andere deelnemers waren binnengedruppeld en men aan het diner begon, was Huub nog onderweg. De berichten die hij gedurende zijn rit van Montpellier naar de camping verzond, werden steeds wat minder geruststellend. Uiteindelijk moesten Marcel en Paul in actie komen om hem af te halen. Het moeten meenemen van een fietstas (zo een waarin men een fiets vervoerd) bleek een niet te vervullen Herculesopgave. Uitgeput en inmiddels in het donker werd broerlief met fiets en bagage in de bus geladen. Zo maakten beide broers een indrukwekkende eerste indruk, ieder met een eigen invulling daarvan.

P8280236P9010264P8280242P8260219P8270227

Zoals deze week Cevennen het scharnierpunt is van de fietsreis van de Snokmaster, zo is de dag dat de ronde van ‘de Renner’ wordt gereden een duidelijk objectief waarin literatuur en inspanning hand in hand gaan. De dagen voor en na deze rit worden gevuld met ritten die onderling uitwisselbaar zijn en die vaak ook hetzelfde beginnen en eindigen. Beginnend met een afdaling, waarmee je eigenlijk ook meteen weet; de laatste inspanning terug is een klim.

Het rijden van de ronde van de Renner begon, in tegenstelling tot het boek, vrijwel direct met de beklimming van de Mont Aiguoal (nadat er eerst afgedaald was uiteraard).

“Een buitenbladcol, of scheurcol”, zo had de bluffende Snokmaster deze klim al op voorhand omschreven. Hetgeen hij ook de laatste 12 kilometer daadwerkelijk onderstreepte door vol op het buitenblad deze toch vrij eenvoudige klim af te haspelen. Hoewel de rit van de Renner de 140 kilometer overstijgt was het qua inspanning niet de zwaarste inspanning die deze week moest worden geleverd, (er waren namelijk ook corveediensten!).

Het landschap was door de kloven was vaak spectaculair, maar het verloop van de ritten, zoals aangegeven ook voorspelbaar. De voorliefde van ritinrichter De Waard voor smalle steile klimmetjes, vaak voorzien van vers grint, werd maar al te vaak benadrukt. Een weekje standplaats in de Cevennen, met een groepje onbekenden was voor Huub en Paul precies voldoende om goed verzorgd en goed geluimd aan het tweede deel van dit samenzijn te beginnen: missie Mont Ventoux.

Na roerend afscheid te hebben genomen, ondernamen de twee broers de reis naar de Mont Ventoux. Na twee vlot verlopen etappes werd Carpentras bereikt, het hoofdkwartier vanwaar men de Ventoux zou gaan beklimmen; vanuit Bédoin via de klassieke ‘Simpson’ route.

In de winter en het voorjaar van 2011 was de Snokmaster aan het trainen voor zijn ‘Leiden-Athene-Leiden’. Hij had het verlichtte plan opgevat om ter voorbereiding weer eens wat clubkoersen te gaan rijden, om ‘de snelheid wat aan te scherpen’. Wat deze man bezielde om ‘de snelheid aan te scherpen’ voor een monsteretappetocht van meer dan 6000 kilometer is mij niet helemaal duidelijk. Feit is wel dat hij deze 6400 km binnen 6 weken had afgeraffeld, dus met de ‘aangescherpte snelheid’ zat het wel goed…

Afijn, ergens een zaterdagmiddag in maart zat dus de Snokmaster in de kantine van WV Amsterdam te Sloten zijn rugnummer op te spelden. Tegenover hem zat niemand minder dan Tim Krabbé hetzelfde te doen. Wielerliteratuurheld, de schrijver van ‘de Renner’ zat tegenover hem. Wat te doen? De Snokmaster sprak de schrijver aan, en stamelde enigszins schuchter en bewonderend over de literaire kunde van Krabbé. Het was voor de Snokmaster ook de reden geweest om halverwege de jaren ’80 de aanval in te zetten op de tijd van Krabbé op de Mont Ventoux. Dit lukte uiteindelijk in 1988. Dit feit werd vrij nonchalant vermeld in dit besmuikte monoloogje. Krabbé was niet onder de indruk; hij deed deze prestatie af met de kwalificatie “leuke tijd, maar je bent natuurlijk geen klimmer”. Dat hij daarmee ook zijn eigen ‘niet-klimmer’ zijn bevestigde was op dat moment van minder belang. In het boek ‘de Renner’ wordt dit ‘klimmer-zijn’ juist geaccentueerd door iedere klim af te werken op een idioot verzet; 43x19 (red.: Krabbés verwijzing naar zijn geboortejaar 1943). In wielerjargon noemen we zoiets een ‘mongolenverzet’. Dichterlijke vrijheid moeten we de schrijver Krabbé echter toekennen/ gunnen. In romans is het gerechtvaardigd de werkelijkheid te benaderen, of om een creatieve omgang hiermee te hebben. Het heet niet voor niets fictie.

IMG_20210903_114411340 IMG_20210903_113748344IMG_20210903_113628259IMG_20210903_112833546_HDR

De beklimming van de Mont Ventoux vereist een bepaalde geestesgesteldheid. Wie er te makkelijk over denkt, krijgt daar halverwege de rekening van gepresenteerd. Een klim van bijna 1600 hoogtemeters over 21 kilometer is er één van de buitencategorie. Los van de omstandigheden, die letterlijk moordend kunnen zijn, is de niet aflatende steilte een kracht die je steeds naar achteren trekt. Deze trekkracht wordt niet gecompenseerd door haarspeldbochten waar het goed herstellen is. ‘Het bos’, wat een goede 10 kilometer is en constant 10% of meer, is het steile monster, dat alle spier-en wilskracht uit je weet te zuigen. Wie eindelijk bij restaurant Chalet Renard aankomt, weet dat de redding nabij is, en kan de eindfase van de klim gaan inzetten, zelfs versnellen. Chalet Renard biedt wat herstel door het lagere stijgingspercentage en door de bochten die er daarna op volgen. Wie niet (meer) voor een recordtijd gaat heeft veel aan een Zen-benadering van deze klim. Jij, de achter je liggende trainingen, je fiets, de omstandigheden en deze berg, gaan ervoor zorgen dat je een mooie prestatie levert die je je leven lang zult onthouden. Wie de berg als een beginneling aanvalt, moet zich voorbereiden op een teleurstelling. De berg vergeeft niet, is meedogenloos.

I0903-Vsud-dav_1082I0903-Vsud-dav_0880

Verre van een recordpoging bleven Huub en Paul met hun ‘bestorming’ der Ventoux. Voor Huub een eerste kennismaking met ‘le Géant de Provence’, die hij er verbazingwekkend goed vanaf bracht, in iets meer dan twee uur. Sinds 1988 heeft Paul met een tijd van 1 uur en 55 minuten, ieder jaar iets meer dan een minuut toegegeven op zijn ‘record’. Plausibel voor een ‘niet-klimmer’…

IMG_20210903_114656428 

De afdaling was letterlijk een ijskoude douche. Het regende lichtjes tijdens de beklimming, maar de afdaling was weer een lesje in nederigheid jegens de natuur, en dat de Ventoux haar eigen klimaat heeft. Met deze epische beklimming van een geduchte Tourcol eindigde ook het samenzijn van de twee broers tijdens deze reis. De dag erop vertrok Huub naar Montpellier, alwaar hij de trein naar Nederland zou nemen. Paul begon aan zijn terugfietsreis, en zette koers richting de Alpen. Meer daarover in deel 3.

Van reisblog naar fotoboek
Laat een prachtig fotoboek afdrukken van je verhalen & foto's. Al vanaf € 21,95.
reisdrukker.nl

4 Reacties

  1. Henny:
    29 september 2021
    Leuk hoor je verhalen over je fiets avonturen. En zo fijn ook die advertentie elke keer aan het eind. 17 kilo buikvet afvallen 😳😂😂
    Ik weet dat mijn avontuur op Lesbos een stuk luier was maar........
  2. Paul Munstege:
    29 september 2021
    Hahaha 😂
  3. Jakob Cijsouw:
    29 september 2021
    Prachtig geschreven!
  4. Auteur:
    30 september 2021
    Dankjewel Jakob!